Het bloed

Het bloed bestaat uit:

  • Bloedplaatjes: ook wel trombocyten genoemd zijn de kleinste cellen in het bloed en hebben geen celkern. Bij verwonding zijn zij de belangrijkste cellen in het bloed. Zij zorgen namelijk voor de bloedstolling. Bij een tekort dan ontstaat er een serieus probleem zoals: sneller blauwe plekken, neusbloedingen, hevige loopsheid, trage wondgenezing. Bij teveel aan bloedplaatjes dan ontstaan er bloedstolsels in het bloed. 
  • Witte bloedcellen: Ook wel leukocyten genoemd zijn er in vijf verschillende soorten namelijk: lymfocyten- neutrofielen-eosinofielen-basofielen- en monocyten, met ieder hun eigen functie.  Deze beschermen het lichaam tegen infecties. 
  • Rode bloedcellen: Ook wel erytrocyten genoemd bevatten de rode stof hemoglobine. De rode bloedcellen zorgen voor het zuurstoftransport in heel het lichaam naar iedere cel.
  • Bloedplasma: Is het vloeibare gedeelte van het bloed en deze bevat onder andere belangrijke voedingsstoffen, proteïnen en hormonen.

Alle bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg.

Bloedgroepen van de hond

Ook een hond kan een bloedtransfusie nodig hebben. 

De hond heeft 13 verschillende soorten bloedgroepen en worden aangeduid met de letters DEA, Dog Erythrocyte Antigen, gevolgd met een getal. 

De bloedsomloop

De bloedsomloop bestaat uit twee delen:

  1. De kleine bloedsomloop.
  2. De grote bloedsomloop.

Op een tekening wordt de bloedsomloop in het algemeen weergegeven in het blauw en in het rood. De kleur rood staat voor zuurstofrijk bloed en de kleur blauw staat voor zuurstofarm bloed.

Grote en kleine bloedsomloop

De kleine bloedsomloop

De kleine bloedsomloop bestaat uit:

  • Rechter kamer.
  • Longslagader.
  • De longen.
  • Longader.
  • Linkerboezem.

De grote bloedsomloop

  • Linker kamer.
  • Aorta, lichaamsslagader.
  • Organen.
  • Bovenste en onderste hole ader.
  • Rechter boezem.

De richting waarin het bloed stroomt

De hond ademt zuurstof in en koolstofmonoxide uit.

Bij de inademing ademt de hond zuurstof in. Deze wordt via het bloed naar alle organen en cellen in het lichaam getransporteerd. Via de lucht, luchtpijp komt het zuurstof in de longen en en de longblaasjes. Via de longblaasje komt het zuurstof in het bloed.

Van daaruit wordt het zuurstof via de haarvaten en aders getransporteerd naar de longader, via de longader naar de linkerkamer.  Het bloed stroomt van de linkerkamer naar de aorta, de grote lichaamsslagadder. Vanuit de aorta naar andere slagaders, aders en haarvaten in het lichaam, lever, nieren, darmen, hersenen en andere organen. De cellen van onze hond wordt voorzien van zuurstofrijk bloed. In de cellen vindt tevens afgifte plaats van koolstofmonoxide welke vervolgens via de onderste hole ader naar de rechter boezem stroomt. Via de rechter boezem stroomt het bloed naar de rechterkamer en via de rechterkamer en de longslagader naar de longen alwaar de koolstofmonoxide wordt uitgeademd. Het bloed wordt weer terug voorzien van zuurstofrijk bloed. Via de longen stroomt het bloed naar linkerboezem en via de linkerboezem naar de linkerkamer. Dit proces vindt continu plaats bij iedere in- en uitademing.

Naast de onderste holle ader, vanuit het lichaam- borst- en buikgedeelte, heb je ook nog een bovenste holle ader. Dit is de ader welke vanuit de hersenen in de rechterboezem komt.

Behoudens de longslagader zijn alle slagaders voorzien van zuurstofrijk bloed.

Het hart

Het hart met 2 kamers en 2 boezems, pijlen geven de richting van de bloedstroom aan.

Het hart is een spier welke uit twee helften bestaat. De linker en rechterhelft. Deze twee delen worden gescheiden door een wand, tussenschot. Ieder helft bestaat uit een boezem en een kamer. Welke gescheiden wordt middels hartkleppen.  Deze hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt. Stroomt het bloed terug, dit kunnen enkele druppels zijn maar ook veel meer dan dat dan noemt men dat insufficiëntie.

De linkerkant van het hart is de sterkste kant.

In het hart bevinden zich twee belangrijke knopen:

  • Sinusknoop.
  • AV-knoop, Atrioventriculaire knoop

De sinusknoop is de belangrijkste knoop van het hart en is gelegen in de rechterboezem, helemaal bovenin. De sinusknoop verspreidt elektrische prikkels waardoor de boezems samentrekken en het bloed de kamers instroomt. Dit zijn aparte cellen in het hart en kun je als een soort stroomdraadje zien dat over het hart ligt. De sinusknoop bepaalt het aantal hartslagen per minuut alsook het hartritme. Deze zorgt dus ook voor het juiste aantal slagen per minuut. Indien hier een storing in optreedt dan kan dit zorgen voor een afwijkende hartritme, zeg maar hartritmestoornis. Dit kan een vertraging geven en soms zelfs leiden tot de dood.

In de AV-knoop wordt de prikkel vanuit de sinusknoop opgevangen en even vastgehouden eer deze doorgegeven wordt. Hierdoor trekken eerst de boezems samen en daarna de kamers. De boezems duwt het bloed door het samentrekken naar de kamers. En de kamers duwen het bloed naar de aorta en de longslagader. Hier kan ook een gradatie in optreden in het doorgeven van de geleidde prikkel. 

Net als bij mensen kunnen ook honden een storing krijgen in het hartritme.  Er treed een storing op in het hartritme en in het aantal slagen per minuut. Dit kan in verschillende gradaties voorkomen en noemt men een AV-Blok (Atrioventriculair  blok). Dit kan in drie stadia’s voorkomen. Het eerste stadium betreft een geringe afwijking, tot aan de derde gradatie waarbij het elektrische signaal van de boezems in zijn geheel wordt geblokkeerd en de kamers niet bereikt.

Indien hierin een storing optreedt kan een pacemaker geboden zijn. Ook een hond kan dus een pacemaker krijgen. Maar zolang het met medicijnen opgelost kan worden geniet dat de voorkeur.

De lezing Van puppyruis tot echoscreening

De lezing werd georganiseerd door de Raad van Beheer, houden van honden en op 28 augustus 2018 gegeven in Berlicum. Een fijne en mooie locatie welke goed te bereiken is.

Mijn kritische noot: Het is zeker niet de bedoeling om de lezer te onderwijzen, dat is gegeven aan de scholen en opleidingen. Je doet hiermee wat jezelf wilt en belangrijk acht. Niemand legt jou hierin iets op. Mocht je een andere mening toegedaan zijn dan hetgeen hier in het verslag vermeld staat dan is dat ook prima. Het kan ook zo zijn dat je hier net datgene uithaalt wat jij belangrijk acht. Doch wil ik hier ook een kanttekening zetten, wetenschappelijke onderzoeken en feitelijkheden zijn er niet voor niets. Hiernaast is het voor mij belangrijk om kennis te delen aan met name mijn pupkopers en aan degene die zich willen verdiepen in de gezondheid van hun hond……… in deze de boxer. 

Wie is Mark Dirven

Mark Dirven is een van de drie dierenartsen die gespecialiseerd is in het hart, cardiologie (Diplomate ECVIM-CA Cardiology). Hij is gestationeerd bij AniCura te Dordrecht/Rijswijk als dierenarts en bij de Universiteit Utrecht als gespecialiseerd cardioloog. Hij zet zich in om wetenschap te vertalen en praktische toepassingen en problemen om te zetten in een wetenschappelijke onderzoeksvraag.

Hij verzorgt veel nascholingen en deelt informatie met  collega’s. Hij is betrokken bij diverse klinische onderzoeken van aangeboren en verkregen hartziekten, hogebloeddruk en hartworm bij zowel de hond als de kat.

Hij is tevens oprichter van het landelijk dierenartsen congress “Hart voor de praktijk”.

In zijn vrije tijd wilt hij graag fietsen, wielrennen.

Hormoonproductie BNP (Brain Natriuremic Peptide)

Wat is BNP, Brain Natriuremic Peptide? BNP is een hormoon dat door het hart wordt aangemaakt en is een goed stofje voor als het hart overbelast raakt en deze komt vrij uit hartspiercellen bij rek, overbelasting en zuurstofgebrek. BNP gaat de overbelasting van het hart tegen. Wanneer te veel BNP in het bloed wordt aangetroffen komen er ook automatisch stofjes vrij in de bloedsomloop zoals Troponine I (hartspecifiek eiwit) en T. Deze komen vrij uit hartspiercellen bij schade aan het hart en tref je binnen 4 tot 6 uur aan in de bloedcirculatie. Wanneer de Troponine I verhoogd is dan is dat geen goed nieuws. De hartspier heeft dan al schade opgelopen= geen bloed = weefsel sterft af. Wanneer dit wordt aangetroffen dan heeft de hond of kat vrijwel zeker een hartinfarct gehad.

Grote hartinfarcten komen bij honden vrijwel niet voor.”

Lichamelijk onderzoek

Door een lichamelijk onderzoek te doen spoor je een hartziekte op. 

  • Pols: Frequentie tussen de 60-120 per minuut bij rust en meestal thuis. Frequentie van 30-300 per minuut wanneer de hond gestrest is. Dit ziet de dierenarts of cardioloog vaak wanneer de hond gestrest op bezoekuur komt. De dierenarts meet tevens de kracht van de doorstroming van het bloed en de regelmaat van de hartslag. Dit kan per ras verschillend zijn. Een bulterriër heeft in het algemeen in rust een hartslag van 180 slagen per minuut.
  • Ademhaling: Frequentie van de ademhaling is thuis in rusttoestand minder dan 30 keer per minuut. In de kliniek, bij stress en bij ziekte zie je een frequentie van 20-40 keer per minuut. Het beste kun je thuis de ademhaling tellen wanneer de hond rustig is en in diepe slaap.
  • Beluisteren van het hart: 1. Hartgeluid normaal: Tijdens het beluisteren naar het hart met een stethoscoop hoor je twee harttonen: De eerste harttoon is het sluiten van de mitralis/tricuspidalis en de tweede harttoon is het sluiten van de klep naar de aorta/pulmonalis. (hartkleppen) 2. Hartgeluid hartruis: Tijdens het beluisteren is een turbulente bloedstroom te horen. Deze hartruis kan: A. gerelateerd zijn aan een hartziekte. B. Aan een ziekte buiten het hart. C.  Niet gerelateerd aan een hartziekte en niet gerelateerd aan een ziekte buiten het hart.
  • Ook wordt er gekeken naar het hoesten en naar benauwdheid. 

Electrocardiogram ECG

 

Doppler

 

Röntgen

 

Hartruis bij pups

 

Interventionale behandeling

 

Hartziektes 

 

 

 

 

Copyright ©  Alle rechten zijn voorbehouden aan de maker van deze website: La Torre Dell’Aquila.

 

 

 

IN OPMAAK