Bij het fokken met (ras)-honden krijg je te maken met genetica en eventuele overdraagbare erfelijke aandoeningen. Wij wensen hier met beleid en goed doordacht mee om te gaan. Het is namelijk mogelijk om gezondere honden te fokken. Hoe? Door de vrije, dragers en de lijders beter in kaart te brengen en gerichter en beter te selecteren.

Erfelijke aandoeningen kunnen op verschillende wijze overgedragen worden:

  1. Enkelvoudig recessief overervende aandoening: Een hond kan de erfelijke aandoening enkel krijgen als hij van beide ouders hetzelfde afwijkende allel krijgt.
  2. Enkelvoudig dominant overervende aandoening: Een hond hoeft maar van een van de ouderdieren het allel te krijgen om de erfelijke aandoening te krijgen.
  3. Geslachtsgebonden aandoening: Is geslachtsafhankelijk. Een aandoening welke alleen een reu of een teef kan krijgen.
  4. Polygentische erfelijke aandoening: Er zijn meerdere genen betrokken bij het ontstaan van de erfelijke aandoening.

 

  1. Vrij (homozygoot normaal): Een hond die de ziekte niet heeft en deze kan derhalve de genetische afwijking niet doorgeven aan diens nakomelingen.
  2. Drager (homozygoot afwijkend): Een heeft een gezond en een ziek gen.
  3. Lijder (heterozygoot): Een lijder heeft twee afwijkende genen en kan de ziekte zelf krijgen. Een lijder geeft de erfelijke aandoening door aan zijn nakomelingen.

Onderstaand tref je een schema aan aangaande vrij, drager en lijders en welke combinaties je het beste wel en welke je het beste niet kunt maken.

Het is “niet” toegestaan om met honden te fokken welke “lijders” zijn van erfelijke aandoeningen. Ook de combinatie “drager” met een “drager” is niet toegestaan. Het is uitsluitend toegestaan om met honden te fokken welke “vrij” zijn of een combinatie “drager” met een “vrije” hond.

Wij staan voor de gezondheid, het welzijn en voor verbetering, niet voor het in standhouden van erfelijke aandoeningen.

 

 

Met een duidelijke no-go dekking

 

******een pup krijgt van iedere ouder de helft aan genen door. Een ouder kan een drager (dus geen symptomen van een ziekte) zijn. Als beide ouders drager zijn, en toevallig beide zieke genen doorgeven, heeft de pup 2 zieke genen, en is dus een lijder (vertoont en lijd aan de symptomen van een ziekte) in percentages is het voor het netst het volgende; 25% kans op lijders, 50% kans op dragers en maar 25% kans op vrije gezonde genen****

 

Het door mij uitgewerkte artikel volgt binnenkort.

Copyright ©  Alle rechten zijn voorbehouden aan de maker van deze website: La Torre Dell’Aquila.