In dit door mij opgemaakte verslag zijn punten weergegeven die aangegeven zijn door de spreker, door mij, maar ook door de aanwezigen in de zaal. Mijn noot is tevens als extra vermelding.

Mijn noot: Het is zeker niet de bedoeling om de lezer te onderwijzen, dat is gegeven aan scholen en opleidingen. Je doet hiermee wat jezelf wilt en belangrijk acht. Niemand legt jou hierin iets op. Mocht je een andere mening toegedaan zijn dan hetgeen hier in het verslag vermeld staat, dan is dat voor mij ook prima. Het kan ook zo zijn dat je hier net datgene uithaalt wat jij belangrijk acht. 

WoofExperience

De lezing werd georganiseerd door WoofExperience te Utrecht. Een locatie dat makkelijk te bereiken is. Ook de lunch was goed verzorgd en koffie en thee stonden ter beschikking

Wie is Marjoleine Roosendaal:

Marjoleine is sinds 2002 werkzaam als wetenschapsjournalist en is gespecialiseerd in fokkerij en genetica van de honden. Hierbij heeft zij een grote belangstelling voor genetica, kleuren en vachten, inteelt en outcross, van conceptie tot uitvliegen, keuzes in de fokkerij en ogen-neuzen en kleurgebonden ziektes in relatie tot de gezondheid van de hond.

Marjoleine is hoofdredacteur van het blad Dogzine en heeft meermalen meegewerkt aan onderzoeken binnen kleine populaties en is nauw betrokken bij diverse outcrossprojecten in de kynologie.

Inteelt en Outcross 

Een verhaal over verliezers en winnaars:

De rashond kenmerkt zich door zijn raszuiverheid, de erkenning en wanneer vier generaties in het bezit zijn van een stamboom. Wanneer je van mening bent dat jou stamboomloze hond in aanmerking moet komen van een stamboom kun je dit aanvragen bij de raad van beheer (houden van honden). Zodra de Raad van beheer van mening is dat jouw hond stamboomwaardig is dan krijgt hij/zij een Bijlage 0 stamboom. De volgende generatie krijgt een G-1 stamboom etc.

De eerste drie generaties krijgen een G 0, 1 of 2 bijlage stamboom.

Bijlagen Stamboom

In een aantal gevallen bestaat de mogelijkheid om honden op te nemen in de bijlage van het hoofdstamboek. De bijlage kent drie onderdelen aangeduid met de letter G (van generatie) en een cijfer: G-0, G-1 en G-2.

In Bijlage G-0 schrijven wij in:

  • Honden die niet zijn ingeschreven in de Nederlandse of een andere door de FCI erkende buitenlandse stamboekhouding, maar die toch – naar onze mening of die van de rasvereniging – waardevol zijn. In overleg met de rasvereniging kunnen wij je hond registreren in Bijlage G-0.
  • Honden die wat kleur, vacht, grootte of oordracht betreft tot een andere variëteitsgroep behoren dan de ouders. Tegelijk met het verzoek tot inschrijving in het stamboek dien je een gemotiveerd verzoek in. Als dat voor de instandhouding van het ras of een variëteit binnen een ras belangrijk is, kunnen wij na overleg met de rasvereniging zulke pups ook direct in het hoofdstamboek inschrijven. In heel bijzondere gevallen doen wij dit ook bij pups van ouderdieren die tot verschillende rassen horen maar slechts in een klein onderdeel verschillen.
  • Honden waarvan beide ouders zijn ingeschreven in onderdeel G-2 van het Voorlopig Register (zie hieronder).

In Bijlage G-1 schrijven wij in:

  • Honden van wie wel beide ouders zijn geregistreerd (registratie in het Voorlopig Register geldt niet) maar niet (alle) grootouders.
  • Honden van wie één ouder is ingeschreven in G-0, en de andere in het NHSB of één van de bijlagen.

In Bijlage G-2 schrijven wij in:

  • Honden van wie alleen de ouders en de grootouders zijn geregistreerd, maar niet (alle) overgrootouders.
  • Honden van wie één ouder is geregistreerd in Bijlage G-1 en de ander in G-1, G-2 of het NHSB.

(Bron: Houden van honden.)

Wat is een gesloten populatie

Het fokken met een gesloten populatie is niet zo eenvoudig. De boxergroep is bijvoorbeeld een gesloten populatie.  Een ras dat eenduidig is. In die populatie fok je met ouderdieren. Om een gezonde populatie te verkrijgen en in stand te houden heb je 1000 dieren nodig die genetisch onverwant  met elkaar zouden moeten zijn. Onverwant dat houdt in dat er geen verwantschap van ouderdieren mag zijn.  Echter in de kynologie is er geen enkel ras te vinden die 1000 onverwante honden heeft.

In een gesloten ras is iedereen uiteindelijk familie, toch kun je veel door te selecteren op een zo min mogelijke verwantschap.

Gesloten stamboeken

Een erkend ras, zoals ons ras, heeft een stamboom met een gesloten stamboek. Maar wat houdt een gesloten stamboek nu precies in??

Een gesloten stamboek houdt in dat er een eenheid is in type, fysieke kenmerken, aanleg in karakter en aanleg in gezondheid. Een gesloten stamboek betekend in feite “inteelt”. In een stamboek worden de afstammingen van de hond in opgenomen.

Bij een gesloten stamboek mogen alleen raszuivere honden ingeschreven woorden. Dit houdt in dat beide ouders geregistreerd moeten zijn. Het voordeel van een gesloten stamboek is dat honden, zoals de boxer, binnen dit ras raszuiver blijven. Een nadeel is dat je sneller tegen inteelt aanloopt.

Het voordeel van een open stamboek is dat je minder snel tegen inteelt binnen de fokkerij aanloopt. Een nadeel kan zijn dat je dan niet meer echt kan spreken van een zuiver ras.

Inteelt

Inteelt houdt in principe in dat je fokt met nauwverwante ouderdieren. Een aantal fokkers zeggen dan meteen:” Ooohhh, maar dat doe ik niet! Ik doe aan lijnteelt!

Maar wat is dan lijnteelt? Lijnteelt betekend fokken met verwante dieren en gericht terugfokken op bepaalde voorouders. Hmmmm………… Kun je mij dan het verschil tussen deze twee uitleggen??

Volgens Marjoleine zit hier geen verschil in!!

(Kritische noot:  Inteelt wordt ook uitgelegd als een paring van twee honden die nauwer met elkaar verwant zijn dan de gemiddelde dieren binnen het ras. De verwantschap tussen beide ouderdieren is hierbij groter dan de gemiddeld vastgesteld inteeltcoëfficiënt van de totale populatie.  Paringen tussen: ”vader en dochter”, ‘moeder en zoon”, “halfbroer en halfzus” en “grootvader met kleindochter” en “grootmoeder met kleinzoon”.  Lijnteelt is het combineren van ouderdieren die weliswaar met elkaar verwant zijn maar niet in de eerste graad zoals bij inteelt. Bij lijnteelt zie je verwantschap in de derde of vierde graad. De risico’s bij lijnteelt zijn minder groot dan bij inteelt, maar ook hier kunnen recessieve problemen zich op elk niveau voordoen.)

Inteelt zorgt dat:

  • De diversiteit van het ras achteruit gaat. Je ziet veelal dezelfde types rondlopen.
  • De antilichamen die gevormd worden door de genen gaan achteruit. Er zijn minder mogelijkheden om deze te vormen. Hierdoor verzwakt het immuunsysteem en deze kan daardoor niet meer adequaat reageren op binnendringende problemen.
  • Hierdoor weer meer kans op gevoeligheid voor virale en bacteriële infecties en ziektes.

(Mijn noot: Zo is de kans ook groter op het ontstaan van kankercellen en/of allergieën voor allerlei stoffen. Maar hoe zit het met het darmgestel. Voedsel wordt niet altijd goed meer verdragen ondanks dat je het voedingspatroon aanpast. Het darmgestel is zwakker geworden. Dan heb ik het nog niet over de voedselindustrie die allerlei toevoegingen aan het voedsel toevoegen om hun product langer houdbaar te maken. En wat wil het menselijk oog:” aantrekkelijk uitziend voer. En dan krijg je vervolgens de aanwijzende vingers…….fokkers kunnen naar de voedingsindustrie wijzen en de voedingsindustrie naar de fokkers in verband met inteelt. Deze combinatie verergert alleen maar het probleem. Daarom zeg ik…weet wat je geeft…aan tussendoortjes maar ook het gewone voer, geef ik vers of toch brok…… voer wijzer.…….voordat het probleem alleen maar verergert.)

Maar wat is dan het probleem volgens Marjoleine:

Het probleem is vooral een door inteelt verzwakt immuunsysteemdat niet meer adequaat kan reageren op binnen dringende problemen. Het aantal verschillende genen is te kleingeworden. Daardoor hebben sterk ingeteelde rassen een verhoogde frequentie van kankers en andere ziektes.

 

“Lijkt mij dan toch dat het tij hierin gekeerd moet gaan worden willen wij ons geliefde ras kunnen behouden.”

 

Daarom is het van belang dat de genetische basis zo breed mogelijk moet gaan worden en dit hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Dit kan door:

  • Het voorkomen van te sterk ingeteelde combinaties.
  • Gebruik bij voorkeur in de eerste drie generaties geen overeenkomstige ouderdieren, geen familie.
  • Dit houdt in de praktijk in: Dat je acht verschillende grootouders in een stamboom dient te hebben.

(Mijn noot: Ook als pupkoper kun je hiernaar kijken. Vraag naar de stambomen van beide ouders. Kijk niet alleen naar de ouders die vermeld staan op het stamboom, maar kijk verder. Let op” In het begin zal een pup niet snel klachten vertonen, deze komen iets later tevoorschijn, echter is het leed dan al geschiedt.)

Goede sites waar tegenwoordig al veel honden op te vinden zijn met een berekening van de inteeltcoëfficiënt zijn:

Maar is dat wel genoeg, moeten wij niet meer doen??

“Nee”……….bij sterk ingeteelde rassen en/of honden is dat niet voldoende. Dus moeten wij zeker meer gaan doen!!

Want er zijn voor een gezonde populatie 1000 onverwante dieren nodig. Dit heb ik uitgelegd in omgaan met ziektes binnen een gesloten populatie en staat ook boven in deze tekst vermeld. Wat wij hiervoor nog meer nodig hebben zijn 100 onverwante reuen en vooral een gelijkmatige spreiding van de fokdieren/ouderdieren. Helaas zijn er geen rassen die een dergelijke variatie hebben.

Maar zou je dit voor elkaar kunnen krijgen??  Dat kan……..maar dat is een proces van tientallen jaren en waar de generatie na ons ook nog mee bezig zal moeten zijn.

Wat kun je zelf doen: Founders!!………….opzoek gaan naar founders………..

Founders

Maar wat zijn founders??

Founders zijn honden die niet veel voorkomen in de bloedlijnen. Zoek hier naar!!  Founders zijn de eerste honden in een ras en onverwant met elkaar. Zij zijn een onafhankelijke bron van genen. Founders zijn honden die  aan de basis staan van een ras. Kijk naar honden waar niet veel vraag naar is. Een founder is een hond waarvan we geen voorouders kennen en dat we registreren als onverwant aan de overige rasgenoten. Daarom is het belangrijk dat je de lijnen goed leert kennen!!! Zoeken en nogmaals zoeken……..

Maar de onaangename waarheid echter hierin is dat ieder ras maar een beperkt aantal founders heeft.  Hiernaast hebben vrijwel alle rassen hun stamboeken gesloten en volgens Marjoleine koersen wij daardoor af op een zekere ondergang…….en dus moeten die boeken open…….

De boeken moeten open om verse genen en zo vers bloed binnen te halen. Maar hoe doe je dat!!!!!

Hierin zijn twee opties mogelijk, maar dat zou je moeten willen:

  • Outcross
  • Aankeuringen van look-alikes.

En hier kun je uiteraard iets van vinden of niet………!!  Tevens is het van belang dat er een goede database bijgehouden wordt en waar alle onderzoeken in vermeld staan en in vermeld worden.

Oorsprong van ons ras

 Onze hondenrassen zijn te herleiden naar vier “subgroepen”, namelijk:

  1. Oertypes
  2. Herderachtigen
  3. Jachthonden
  4. Molossers

Eenheid

Een eenheid in een ras met een gesloten stamboek betekent per definitie inteelt. Maar wat doet nu inteelt?

Inteelt betekend paring van dieren die met elkaar verwant zijn en een eenheid geeft in alles.

  • Eenheid in uiterlijk, sommige fokkers is het hier om te doen!
  • Inteelt zorgt op den duur voor een inteeltdepressie. Inteeltdepressie is een algemene achteruitgang binnen het ras. Vaak zie je kleinere verschijningen, minder vruchtbaar, meer gezondheidsproblemen en een kortere levensduur.

Is inteelt altijd slecht?

Inteelt kan een zinnig instrument zijn en het kan gebruikt worden om gewenste eigenschappen vast te leggen. Maar naast deze gewenste eigenschappen worden ook eigenschappen vastgelegd die niet altijd positief maar zelfs ongewenst zijn.

Selectie

Selectie helpt om een gerichte keuze te maken. Maar ook bij selectie kan er alleen beperkt worden gekozen, want je kunt niet alles  zien, niet op alles laten testen en je kunt niet alles voorspellen. Maar toch geeft selectie wel een (beperkt) gerichte verandering.

Verwantschap

De verwantschap tussen twee ouderdieren en het percentage DNA dat overeenkomt bij:

Ouder-kind 50%
Grootouder-kind 25%
Overgrootouder-kind 12,5%
Volle broer-zus 50%
Halfbroer-halfzus 25%
Neef-nicht 12,5%

Maar wat houdt dit nu in: Als je kijkt naar het percentage verwantschap houdt dat in dat er veel verloren gaat, want:

  • Als de genen voor 50%, 25%, 12,5% gelijk zijn, is de andere helft van dat materiaal dus verloren gegaan. Op die eigenschappen wordt een dier dan fokzuiver.

Eenheid in genen

 Bij een eenheid in genen, en daardoor:

  • Verlies van genetische variatie.
  • Toename ziekte door verminderde genetische diversiteit.
  • Toename verwantschap.
  • Afname werking van het immuunsysteem.
  • Maar wel eenheid in type!! Ze lijken allemaal op elkaar. ( Bij een hondenshow in Eindhoven hoorde ik een oud keurmeester zeggen: De boxers lijken veel op elkaar, daar zit bijna geen diversiteit meer in. Bijna alle boxers hebben witte markering, waar zijn de boxers met de zwarte maskers gebleven. Dit moet ons toch ook tot denken aanzetten??).

(Mijn noot: We weten allemaal dat incest bij de mens niet kan, niet mag, een absolute no-go is maar bij onze dieren doen wij het wel en staan wij het toe. De Amisch zijn al zover dat zij kinderen uitwisselen met gelijkgestemde dorpen. Hoe kan het dat de kinderen vroeger in het koninklijk huis zo ziek en zwak waren. Omdat er getrouwd werd met enkel en alleen blauw bloed. Neven en nichten trouwde met elkaar en broer en zus deden het met elkaar, met als gevolg: vroeg geboorte, miskramen, doodgeboren of misvormde kinderen etc.)

Immuunsysteem

Maar wat is een immuunsysteem??

Immuunsysteem ofwel het afweersysteem beschermt het lichaam van de hond tegen indringers van buitenaf.  Het immuunsysteem bevindt zich door heel het  lichaam zoals: De huid, darmen, organen, luchtwegen in het bloed, lymfesysteem etc.

Wat is de functie van het immuunsysteem?

Het immuunsysteem/afweersysteem is betrokken bij het beschermen van je lichaam tegen ziektes en lichaamsvreemde stoffen zoals:

  • Virussen.
  • Bacteriën.
  • Schimmels.
  • Parasieten.

Het immuunsysteem wordt ook ingezet om afvalstoffen of zieke lichaamscellen zoals kankercellen op te ruimen. Het immuunsysteem bestaat uit  een fysieke barrière, algemene afweer en het specifieke afweersysteem. Hiernaast heb je ook het aangeboren en verworven immuunsysteem.

In het immuunsysteem vervullen twee soorten lymfocyten belangrijke functies:

  • B-lymfocyten maken antilichaampjes die zich aan bacteriën, virussen en gifstoffen kunnen binden.
  • T-lymfocyten ruimen zieken cellen van het lichaam zelf op, cellen die geïnfecteerd zijn door bijvoorbeeld een virus of een bacterie of die door kanker aangetast zijn.

Het immuunsysteem en waar het fout kan gaan!! Antilichaampjes die door de B-lymfocyten geproduceerd worden, zijn eiwitten evenals de receptoren die de T-lymfocyten nodig hebben om zich aan een geïnfecteerde cel te moeten hechten.  Om goed te functioneren zijn er eiwitten nodig en deze moeten geproduceerd worden. Normaal gesprokken worden eiwitten gemaakt door middel van de informatie die in de genen opgeslagen liggen. In het simpelste geval kan een gen één eiwit maken.

Een hond heeft ongeveer 19.700 genen wat in zou kunnen houden dat theoretisch gezien ongeveer 19.700 verschillende antilichaampjes of T-lymfocyten gemaakt kunnen worden. Doch in werkelijkheid liggen die getallen veel hoger.

  • 000.000.000.000 antilichaampjes.
  • 000.000.000 T-lympfocyten.

Het lichaam doet dat door allerlei stukjes van verschillende genen, en informatie die zich wel in het DNA bevindt maar niet een gen is, door elkaar te husselen en aan elkaar te plakken. Dit zijn zoveel verschillende combinaties dat voor iedere bacterie, ieder virus en iedere stof op aarde wel een antilichaampje gemaakt zou kunnen worden. Sterker nog, ook voor niet bestaande stoffen of buitenaardse stoffen.

Outcross en hoe werkt dat ?

Outcross is een kruising tussen twee verschillende rassen, het infokken van een ras dat niet in relatie staat tot je eigen groep of ras. Soms wordt de benaming outcross ook  gebruikt wanneer in vijf generaties geen overeenkomstige ouderdieren voorkomen. Maar dat is niet een echte outcross. Een aantal voorbeelden van een outcross zijn:

  • Ierse Wolfshond x Malamute
  • Duitse pinscher x schnauzer
  • Griffon x Australische terrier
  • Wetterhoun x labrador
  • Wetterhoun x grote poedel
  • Saarloos x Zwitserse witte herder
  • Saarloos x Working Husky

De Lundehund is een Noors ras en wordt gebruikt tijdens de jacht op de papegaaiduiker. In 1960 is de Lundehund terug gefokt uit drie dieren. Wereldwijd lopen er nu circa 1300 van het ras Lundhund rond.

Welke drie rassen werden gebruikt:

  1. Noorse Buhund
  2. Norrbottenspets
  3. Ijslandse hond

Outcross project Boxer

Raar maar waar……… Er zijn verschillende outcross projecten met een boxer geweest. Een aantal hebben een stamboom verkregen. En wat te denken van het inkruisen van een Boxer met een Welsch Corgi. In de jaren 80 werd het verboden om de staart te couperen. Een fokker vond dit maar niets……. Vanwege het verbod heeft hij de boxer ingekruist met een Welsch Corgi…..

Waarom zou je dan denken……

De Welsch Corgi draagt het gen met  zich mee om een korte staart te vererven. Daarom zie je corgi’s met een korte en met een langere staart.

De nakomelingen worden aangeduid met F1. Vervolgens wordt met een nakomeling van F1 een boxer terug ingekruist, waarna deze nakomeling aangeduid wordt met F2. De volgende nakomeling van F2 wordt wederom ingekruist met een boxer en aangeduid met F3 etc.

 

 

Heb je interesse in de fokker, Bruce Cattanach, die zich hiermee bezig heeft gehouden dan verwijs ik je naar zijn site door op de volgende link te klikken: Steynmere

Overigens staan er meer interessante artikelen op zijn site onder Genetics. Klik hiervoor op de volgende link: Genetics

Een stamboom met inkruising van de Welscha Corgi vindt je door te klikken op de navolgende link: Dahlina’s Lexys

Van stamboomloze naar stamboomhond met bijlage

Hoe snel krijg je een type terug?? De ervaring leert dat het type binnen drie generaties terug is. Het karakter en de werkeigenschappen zijn binnen twee generaties al terug. De Rastypische kenmerken, afhankelijk van de wijze van vererven, krijg je terug in de tweede tot de vierde generatie. Wanneer de hond qua type gelijkt op het ras de boxer en wanneer de hond voldoet aan de rasstandaard kan je de hond laten aankeuren bij de raad van beheer. Zodra de Raad van beheer van mening is dat jouw hond stamboomwaardig is dan krijgt hij/zij een Bijlage 0 stamboom. De volgende generatie krijgt een G-1 stamboom etc.

Het is bekend dat je minder gewenste eigenschappen “kunt” binnenhalen. Maar onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat wanneer je de eerste zes generaties niet op de ingekruiste hond terug fokt, die eigenschappen verdwijnen in de populatie en deze komen niet naar buiten.

Voordelen outcross

 De voordelen zijn:

  • Verbreding van de genenpoule.
  • Verbetering van het immuunsysteem, met alle gezondheidseffecten van dien.
  • Verbetering van de fertiliteit en vitaliteit: We willen toch allemaal gezonde honden fokken.

Nadelen outcross

  • Er kunnen onverwachte zaken uit een outcross naar voren komen.
  • Genen van meervoudige of incompleet dominante eigenschappen kunnen elkaar vinden.
  • Goede monitoring en selectie is daarom van enorm groot belang.

Wat Cupidog vergat te vermelden, vermelde Marjoleine wel…….

Zij vertelde “wel” dat wanneer je de ene erfelijke ziekte tracht te voorkomen dat je een andere erfelijke ziekte juist kunt creëren door twee verschillende rassen met elkaar te kruisen. Wat bij de boxer niet voorkomt en als je de boxer kruist met een Welsch Corgi en daar eveneens een bepaalde erfelijke aandoening niet voorkomt, er wel andere erfelijke aandoeningen tevoorschijn kunnen komen. Dit die in ieder afzonderlijk ras niet voorkomt maar zij ieder afzonderlijk wel het gen met zich mee kunnen dragen. Bij een kruising komt dit gen dan tot uiting. Dit komt echter pas tevoorschijn bij de derde generatie.

Outcross fokbeleidsplan binnen de rasvereniging

Wanneer een outcross fokbeleidsplan binnen de rasvereniging wordt opgestart kan het beste een plan van aanpak opgemaakt worden. Hierbij wordt van te voren de handelswijze over een ruim aantal jaren vastgelegd. Indien gewenst kunnen de te gebruiken rassen worden vastgelegd. De wijze van monitoren en de wijze van fokken, inclusief alle contracten die daarmee gepaard gaan, worden in samenwerking met de rasvereniging vastgelegd.

De Nederlandse boxerclub

De Nederlandse boxerclub heeft een oude en een nieuwe VFR (verenigingsfokreglement)  welke verplicht dat alle leden,zowel fokkers als niet fokkers,  zich hieraan houden. Indien men zich hier niet aanhoudt kunnen er sancties volgen. Een aantal regels zijn: Je mag enkel fokken met stamboomhonden welke getest zijn. Een reu mag niet beschikbaar gesteld worden aan een ongeteste teef of aan een ongeteste teef met een stamboom. Voor meer informatie zie de site van de Nederlandse Boxerclub.

Outcross in eigen beheer

Een andere optie om te overwegen is om een outcross project in eigen beheer te houden tot er een bruikbare hond is gefokt welke ter aankeuring aan de raad van beheer kan worden aangeboden. Technisch gezien kan je dan spreken over een “look-alike”.

Het aankeuren van een look-alike vinden veel mensen en ook fokkers een gevaarlijke zaak want:

  • Je weet niets.
  • Je kent de hond en de voorouders niet.
  • Maar ken je je eigen honden dan wel??

Een aantal of misschien zelfs de meeste fokkers zullen dan aangeven dat zij hun lijnen heel goed kennen.

Monitoren

  • Alles valt en of staat met een gedegen plan van aanpak.
  • Ook bij aankeuren kan een rasvereniging monitoren.
  • Aan de aankeuring kunnen eisen worden verbonden.
  • Hierbij kan gedacht worden aan: DNA controle van mogelijke ouders en/of grootouders om verwantschap te herkennen en voorkomen. Fokverplichting opleggen en deze fok in enkele generaties begeleiden en monitoren.

De maatschappij dat zijn wij. Besef goed dat de honden die wij fokken bestaan omdat dat onzekeuze is. Realiseer je dat de sector de georganiseerde kynologie dus, wettelijk verplicht is een hond te fokken die zo goed en gezond mogelijk is. Realiseer je dat de wet hier regels voor heeft en realiseer je dat stichtingen als Dier&Recht als enig doel hebben ziektes bij rashonden onder de aandacht te brengen.

Kortom: Neem als sector je verantwoording. Besef dat uiterlijk ondergeschikt hoort te zijn aan vitaliteit en fertiliteit. Besef dat een knappe hond fokken binnen een gesloten stamboek iets is dat iedereen kan. Een winnaar fokken vanuit een populatie met open stamboeken: Dat is pas een echte prestatie!

(Kritische noot: Als je mensen mee wilt laten doen aan outcross projecten vind ik persoonlijk dat zij goed voorgelicht moeten worden zodat zij een weloverwogen en gedegen beslissing hierin kunnen nemen. Dit laat echter veel te wensen over. Tenslotte zijn er voldoende projecten en onderzoeken geweest en met openheid en eerlijkheid bereik je het meest….)

Voor mij is het meedoen aan een outcross project een No Go………. Ik zal mij eerder verdiepen in de founders en op het zo min mogelijk najagen van dezelfde reu, het populaire Sire Syndrome

Het is namelijk dat niet altijd de honden welke als eerste geplaatst zijn de beste zijn. Keurrapporten onder verschillende keurmeesters is veel meer zeggende.

 

© Copyright 2017- 2022 Myriam Arends.  

Alle rechten zijn voorbehouden aan de maker van deze website: La Torre Dell’Aquila.

Wij zijn lid van de Boxervrienden Nederland en de Boxervereniging BK München te Duitsland.