Het afleggen van een afstand van 20 km in een tempo van 12 – 15 kilometer per uur.

De keurmeester kijkt voor we op de fiets gaan eerst naar de conditie van de hond. Is de hond gezond en fit genoeg om een afstand van 20 kilometer in een tempo van 12 tot 15 kilometer per uur af te leggen?? Het is daarom aan te raden dat wij de hond aanleren om zich rustig door iemand te laten betasten. De hond mag dan niet gaan grommen of uitvallen. Tijdens de pauzes in het examen bekijkt de keurmeester de voetzolen van de hond. De benen van de hond moeten hiervoor recht naar achteren gehaald worden. Nooit opzij omdat je de hond hiermee veel pijn kan bezorgen. Het is handig om ook dit thuis te oefenen. Voeten die snel doorslijten, hetgeen je tijdens de training wel merkt, kunnen ingesmeerd worden met Stockholmer teer. Let op: dit spul geeft lelijke vlekken. Wanneer de voetzolen hiermee ingesmeerd zijn dan is het raadzaam om de hond eerst nog enige tijd buiten te laten lopen. 

De hond dient aangelijnd te worden en aan de rechterzijde van de fiets te lopen.  De lijn/riem moet niet te kort maar ook niet te lang zijn. De hond moet tussendoor namelijk in de gelegenheid gesteld worden om het tempo aan te passen. De hond mag lichtjes aan de riem trekken. Echter is het niet de bedoeling dat de hond zichzelf en jou mee voorttrekt. Dit vergt veel te veel van de hond en de kans bestaat dat hij dan te snel uitgeput raakt. Wat zeker niet goed is, is dat de hond telkens achterblijft. Dit houdt in dat de hond nog niet voldoende getraind is om deze afstand(en) af te leggen. De tempo van de hond moet tussen de 12 en 15 kilometer per uur zijn. Wil je zeker zijn van het tempo dan kun je daarvoor een speciale snelheidsmeter voor op de fiets aanschaffen. Deze meet tevens de reeds afgelegde afstand. Een te haastig tempo dient absoluut vermeden te worden.

Nadat een afstand van 8 kilometer is afgelegd, wordt een pauze van 15 minuten ingelast.  De keurmeester controleert in deze pauze in hoeverre de hond vermoeidheidsverschijnselen vertoont. Mocht jou hond een te vermoeide indruk maken dan wordt hij/zij van het examen uitgesloten. Na deze pauze wordt vervolgens een afstand van 7 kilometer afgelegd, waarop een rustpauze van 20 minuten wordt ingelast. De hond wordt in deze pauze in de gelegenheid gesteld om zich vrij en ongedwongen te bewegen.

Naast vermoeidheid controleert de keurmeester de hond ook op eventuele stukgelopen voetzolen. Een oververmoeide hond en een hond die zijn of haar voetzolen heeft stukgelopen, wordt van verdere deelname uitgesloten. Na de pauze van 20 minuten worden de laatste 5 kilometer afgelegd.

Hierna is er een pauze van 15 minuten. De hond wordt in de gelegenheid gesteld om zich vrij en ongedwongen te bewegen. De keurmeester onderzoekt nogmaals in hoeverre de hond oververmoeid is en of de hond eventueel zijn of haar voetzolen heeft stukgelopen.  

Het is gewenst om een auto ter begeleiding van de hond mee te laten rijden. Indien nodig en wanneer de hond de prestatie niet kan volbrengen, kan de hond verder in de auto verzorgt worden en meegenomen worden.

Het is ook handig om een reservefiets mee te nemen, voor als je fiets alwaar je op fiets onverhoopt mankementen vertoont.  

Een hond, die blijk geeft elk temperament of iedere hardheid te missen, buitensporige vermoeidheidsverschijnselen vertoont of het tempo van circa 12 kilometer per uur niet kan volhouden, integendeel aanzienlijk meer tijd voor deze prestatie nodig heeft, moet worden uitgesloten van deelname.

Wij als eigenaar van de hond, moeten kijken naar de mogelijkheden van de hond en ons daarin verdiepen. Wij kunnen geen prestaties verwachten van een hond die daar niet voor geschikt is. Een goede hondengeleider en hondensporter zal alleen met een hond trainen die daarvoor geschikt is en de daarvoor juiste capaciteiten beschikt. Ook de gezondheid van de hond zal hierin een rol spelen.

Het gebruik van een zogenaamde ‘’Springer” is toegestaan. Een springer wordt aan de fiets bevestigd.

Toelatingsbepalingen: Minimale leeftijd: 16 maanden – Maximale leeftijd: 6 jaar. Voordat je mag deelnemen aan de UV-proef, dien je het VZH, Verkeers Zekere  Hond, examen behaalt te hebben.

Waardering: Voor dit examen worden geen punten verstrekt maar enkel de kwalificatie geslaagd of afgewezen toegekend.

Aandachtspunten bij de training:

  • De UV-proef wordt in een constant tempo aangelijnd en naast de fiets afgelegd. Dit is voor de hond vermoeiend en minder stimulerend omdat als hij los loopt hij wisselende tempo’s heeft. Gemiddeld wordt er met een tempo van 12 – 15 km per uur gefietst. Belangrijk is dus om er achter te komen wat de optimale snelheid is van je hond. Meet hiervoor met de kilometerteller bij welke snelheid de hond overgaat van stap in draf en van draf in galop. Nu weet je de grenzen waartussen de trainingssnelheid van je hond zou moeten liggen; Die snelheid ligt ongeveer in het midden of iets daarboven. Als je de hond leert in dat tempo naast de fiets te lopen dan train je in de buurt van z’n  of haar optimale tempo om langdurig te blijven lopen. Je kunt ook trainen met een wisselend tempo. Let op: dat als je op een iets hoger tempo loopt, je met name de zuurstofcapaciteit van het lichaam van de hond traint. Je zult dan de afstand die afgelegd wordt iets moeten inkorten. 
  • De afstand zal overwegend over verharde wegen worden gelopen. Zorg dus dat de voetzolen van de hond geleidelijk aan gehard worden. Dit om ervoor te zorgen dat de voetzolen tegen deze slijtage bestand raken.
  • De pauzes tijdens de UV-proef zijn 15 minuten. Dit is eigenlijk te lang voor de hond. Als de hond gedurende de pauze zou gaan liggen gaat het lichaam eigenlijk al over naar de herstel- en de rustfase terwijl er daarna weer een flinke inspanning gevraagd wordt. Houdt de hond dus laag actief zodat de doorbloeding in de spieren opgang blijft. Dit kun je doen door wat heen en weer te blijven lopen of door wat te spelen met je hond.  
  • Train drie tot vier keer per week. Neem tijdens de trainingsweek in ieder geval een a twee dagen rust zodat het lichaam de tijd heeft om zich te herstellen en de energievoorraden weer aan te vullen. Een voorbeeld van een training kan zijn: een lange training – rust dag – lichte training met spel. Dit kan ook in de vorm van een spel met een ontspannen wandeling. Hou de motivatie van de hond in de gaten en controleer de voetzolen regelmatig zowel voor als na de training. Een roze weerschijn en gladheid bij een zwart kussentje kan wijzen op snelle slijtage. Loop dan wat meer over onverharde wegen.
  • Het opbouwen van de afstand kan het best door middel van de vrije training; de hond loopt los naast de fiets en kan zelf z’n tempo bepalen. Probeer elke twee weken een langere afstand te fietsen.
  • Onderstaand schema is een voorbeeld voor de opbouw van de training. Het aanvangsniveau is afhankelijk van de hond en moet eventueel aangepast worden. Kan de hond meer dan begin je gewoon verder in het schema.

Trainingsschema 1

 

week

 

training 1

 

training 2

 

training 3

 

training 4

week 1 + 2

totaal 7 km fietsen per week

2 km rustig fietsen. De hond aangelijnd. 10 min. pauze met een leuk spel en een oefening. daarna 2 km terug. gewone wandelingen 3 km los naast fiets waarbij het tempo speels afgewisseld wordt. een lange wandeling van 1 tot 1,5 uur waarbij de hond met spel actief gehouden wordt.
week 3 + 4

weektotaal: 17 km

3 km rustig fietsen in 18 min. hond aangelijnd. 10 min. pauze met een leuk spel en een oef. Daarna 3 km terug. wandeling van 1 uur of langer met spel. 20 -30 min. met de hond los naast de fiets zodat hij zijn eigen tempo kan bepalen. 3 km rustig fietsen in 18 min. hond aangelijnd. 10 min. pauze met een leuk spel en een oef. Daarna 3 km terug in 18 min.
week 5 + 6

weektotaal: 23 km

4 km in 24 min. 10 min pauze met spel en weer 4 km terug in 24 min. lange wandeling met spel en appel op de fiets naar een leuke plek in wisselend tempo spelen. 40 min. in rustig tempo los naast de fiets.
week 7 + 8

weektotaal: 28 km

4 km in 24 min. 10 min actieve pauze, 3 km fietsen, 10 min pauze en de laatste 3 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 20 min 7 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen. 50 min los naast de fiets, rustig tempo
week 9 + 10

weektotaal: 35 km

5 km fietsen. 10 min actieve pauze, 4 km fietsen, 10 min pauze en de laatste 3 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 30 min 9 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen met drinkpauze. 50 min los naast de fiets, rustig tempo
week 11 + 12

weektotaal: 40 km

7 km in fietsen. 10 min actieve pauze, 4 km fietsen, 10 min pauze, 4 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 40 min 11 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen met drinkpauze. 60 min los naast de fiets, rustig tempo
week 13 + 14

weektotaal: 47 km

7 km in fietsen. 10 min actieve pauze, 6 km fietsen, 10 min pauze, 4 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 50 min 13 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen met drinkpauze. 70 min los naast de fiets, rustig tempo
week 15 + 16

weektotaal: 54 km

7 km in fietsen. 10 min actieve pauze, 7 km fietsen, 10 min pauze, 4 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 60 min 15 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen met drinkpauze. 80 min los naast de fiets, rustig tempo
week 17 + 18

weektotaal: 58 km

7 km in fietsen. 10 min actieve pauze, 6 km fietsen, 10 min pauze, 6 km fietsen. los naast de fiets in wisselend tempo, 70 min 17 km rustig aangelijnd naast de fiets met enkele appeloefeningen met drinkpauze. 90 min los naast de fiets, rustig tempo

 

Trainingsschema 2 (Een ander, ouderwetser, schema):

  • 1e week: 4 maal, dus om de dag, 7 km fietsen
  • Andere dagen ongeveer 4 km. fietsen
  • 2e week: 3 maal, dus om de dag, 10 km fietsen, pauze bij 5 km.
  • Andere dagen ongeveer 6 km. fietsen.
  • 3e week: 2 dagen 15 km. fietsen, pauze bij 8 km.
  • Andere dagen ongeveer 8 km. fietsen.
  • 4e week: 1maal in het begin va de week 20 km. fietsen, pauze bij 8 en 15 km.
  • Overige dagen 5 km fietsen om de spieren van de hond soepel te houden.

Trainingsschema’s 3

Jonge hond vanaf 1 jaar

Fietstrainingsschema jonge hond, vanaf één jaar.
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
Week 1 5   min rust 10 min rust 10 min rust rust
Week 2 10 min 10 min rust 10 min 10 min rust rust
Week 3 10 min 10 min 10 min rust 10 min 10 min rust
Week 4 15 min 10 min Rust 15 min 10 min 15 min rust
Week 5 15 min 10 min 10 min rust 15 min 10 min rust
Week 6 15 min 10 min 10 min rust 20 min 10 min rust

 Volwassen hond vanaf 2 jaar

Fietstrainingsschema volwassen hond, vanaf twee jaar.
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
Week 1 25 min 15 min rust 25 min 20 min rust rust
Week 2 30 min rust rust 30 min rust 30 min rust
Week 3 35 min 20 min 30 min rust 30 min 20 min rust
Week 4 40 min 20 min rust 40 min 20 min rust rust
Week 5 40 min 25 min rust 40 min 20 min rust rust
Week 6 45 min 20 min rust rust 60 min rust 20

Onderhoudsschema

Onderhoudsschema
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
Elke week 25 min 15 min rust 25 min 20 min rust rust

 

“Begin ongeveer een maand voor het examen met de training!!”

 

Bron: Een gedeelte komt uit het Reglement voor het Internationale Gebruikshonden-Speurhonden-VerkeersZekereHond-UithoudingsVermogen examen. Geldig vanaf 1 januari 2019. 

© Copyright 2017- 2023 Myriam Arends.  

Alle rechten zijn voorbehouden aan de maker van deze website: La Torre Dell’Aquila.

Wij zijn lid van de Boxervrienden Nederland, Boxervereniging BK München te Duitsland, Vereniging voor Schnauzer Fokkers&Liefhebbers en de Nederlandse Schnauzer Club.